What you see…

Het was tijdens het lezen van Mijn verhaal, Becoming, de memoires van Michelle Obama, dat ik bleef haken. Het waren slechts zes woorden, maar blijkbaar triggerden ze iets van waarde. Een onderwerp waar ik iets mee wil… of moet… of mag. Laten we het op ‘willen’ houden, hoewel ik niet uitsluit dat die haakjes (ik bleef tijdens het lezen tenslotte ‘haken’, en ja, dat gebeurt vaker) van Boven gepland worden. Gewoon omdat het tijd is om ermee aan de slag te gaan.

Van mijn ouders leerde ik dat… 

Het waren deze zes woorden die bij mij de vraag opriepen: wat wil ik mijn kinderen eigenlijk leren? Welke levenslessen, waarden, dromen en ambities hoop ik – lees: wij – door te geven aan de generatie die straks vanuit mijn huis, middenin de wereld terecht komt? En spannender nog: welke lessen gééf ik al door. Onbewust. Omdat ze ergens belangrijk voor mij zijn (geworden).

Ik besloot een lijstje aan te leggen, nam er zelfs officieel de tijd voor. Algauw begonnen zich op de pennendop in mijn linkerhand flinke butsen af te tekenen. Minuten tikten voorbij. Het papier bleef smetteloos wit. Want ja, wat vínd ik – en wij, manlief is inmiddels ook met de vraag opgezadeld – dan precies belangrijk? Zo belangrijk dat ik hoop dat zij het weer doorgeven aan hún kinderen (of lezers, zo je wilt).

Het was ergens in die overpeinzing dat ik besloot eerst mijn eigen opvoeding maar eens onder de loep te nemen. Welke lessen leerde ik? Doorzettingsvermogen kwam als eerste boven. ‘Dan werk je toch door tot middernacht, krijg je niets van’, zei mijn moeder als ik weer eens een klaagzang hield over de hoeveelheid huiswerk. Het werkt nog steeds. Trouw, bedacht ik vervolgens. En gastvrijheid. Evenals het belang en de kracht van muziek.

Van mijn vader leerde ik de noodzaak van een geslaagde eerste kus. Op een welterusten-zoen, die ik volhield tot ergens ver in mijn tienerjaren, kreeg ik vanaf een zekere leeftijd met regelmaat feedback: ‘Gatsie! Met zo’n slap kusje kun je straks niet aankomen. Een stevige zoen, daar houden mannen van.’


Oudste Zoon zei: “Dat we een mooi huis hebben” 

Geïnspireerd door de evaluatie van mijn eigen opvoeding, besloot ik ons driespan tijdens het eten maar eens naar een stand van zaken te vragen: ‘Jongens, wat denken jullie dat papa en mama belangrijk vinden en aan jullie willen leren?’ Om kopieergedrag zoveel mogelijk uit te sluiten, begonnen we bij de jongste (4). Hij greep de mogelijkheid aan om zijn grootste wens maar weer eens kenbaar te maken: ‘Dat jullie een baby’tje krijgen.’ Tweede Zoon (6) zei: ‘Dat we niet heel veel geld hebben, maar een beetje. Want veel is niet belangrijk, maar een beetje wel. Dat zei de Here Jezus ook. En ook dat jullie goed voor ons zorgen.’ Oudste Zoon (8) voelde zich vooral oncomfortabel onder de vraag, maar zei toch: ‘Dat we aardig doen.’ En ook: ‘Dat we een mooi huis hebben.’

Eerlijk gezegd voelde ik mij behoorlijk opgelucht na hun antwoorden. Hoewel dat huis toch een beetje knaagt. What you see is what you get, luidt het spreekwoord niet voor niets.

Op het doorgeven-aan-de-volgende-generatie-lijstje prijken inmiddels drie woorden. Ik houd ze nog even voor mezelf. Wil het verder doordenken, bespreken met manlief, aanvullen en doorstrepen. Om van de uitvoering nog maar niet te spreken…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *