Belletje lelletje

Geloof het of niet, ik ben de braafheid zelve. De middagen dat ik na moest blijven, zijn op een hand te tellen. De keren dat ik kattenkwaad uithaalde ook. Maar sommige genen geef je gewoon niet door, blijkt op een mooie zondagmiddag.

‘Mam, mogen we op het schoolplein spelen?’ We hebben geen plannen en het is – eindelijk – goed weer, dus: ‘Ja, natuurlijk!’ Dat laten oudste zoons zich geen twee keer zeggen. Als ware Max Verstappens schieten ze in hun buitenoutfit, slaan de deur met een knal achter zich dicht en racen er op hun fietsen vandoor. Als de deur in de sponning tot stilstand is gekomen, wordt het stil in huis. Muisstil.

Een uur later zijn de mannen uitgespeeld. Ik: ‘Was het leuk op het schoolplein?’ Tweede Zoon: ‘Het schoolplein zat op slot.’ Ik: ‘Wat heb je dan al die tijd gedaan?’ Oudste Zoon met een grijns: ‘Belletje lelletje.’ Even laat ik het antwoord tot mij doordringen: ‘Je hebt wát gedaan…?’ Tweede Zoon: ‘Dan moet je bij een huis aanbellen en dan hard wegrennen…en…’ Ik, met nadruk: ‘Ik wéét wat belletje lelletje is. Schat…’, ik draai me om naar Echtgenoot, ‘…wat vinden wij hiervan?’

Terwijl ik op een antwoord wacht, maakt een plaatsvervangende schaamte zich van mij meester. Ik zie mezelf weer staan, een jaar of elf, verscholen achter een muurtje. De bewoonster van het huis waar ik net – voor het eerst van mijn leven (!) – aan de bel heb geleld ziet mij net niet staan. Maar pas als ik de deur van het huis hoor dichtvallen, haal ik opgelucht adem.

‘Wat ben je aan het doen?’ Verschrikt kijk ik naar de jongen die uit het niets voor mij is opgedoken. Een jaar of zeventien, schat ik hem. ‘Vind je het normaal om zomaar bij zo’n oude mevrouw aan te bellen’, gaat hij verder. ‘Bel nog maar een keer aan om je excuses aan te bieden. Ik wacht hier tot je het gedaan hebt.’ Overdonderd geef ik gehoor aan het bevel. Iets wat meteen het einde van mijn belletjelelletje-carriere betekent.


“We moesten van één meneer wat beter op zijn bel passen” 

Zoons gaat het stukken beter af. Hoewel: ‘We moesten van één meneer wat beter op zijn bel passen’, geven ze schoorvoetend toe. Daarna kan ik het toch niet laten de preek over de oude mevrouw te herhalen. Ze knikken braaf als ik mijn rede heb beëindigd. Maar of het kwaad daarmee is beschoren? Loslaten heet zoiets.

Dus gaat de bel, staat er niemand, maar zag je net twee blonde mannetjes voor je raam langs schieten? Ze hebben het niet van mij!

1 reactie op “Belletje lelletje

  1. Bep Veenstra
    Op 6 februari 2018 om 22:01 uur

    Haha, het blijft altijd spannend. Ik deed t vroeger ook, met een heel stel vriendinnen, in het donker. Nadat er één van ons ergens had aangebeld moesten we natuurlijk hard wegrennen. Maar…ik was de kleinste en werd altijd op n haar na gepakt. Oh..wat was ik bang! En we belden juist bij mensen aan waarvan we wisten dat ze kwaad naarbuiten zouden komen. Dit verhaal kunnen mijn kleinkinderen gelukkig nog niet lezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *