Woensdag, eind van de middag. Oudste Zoon was eerder die middag boos naar boven gestampt omdat zijn vriendje hem op de fiets had ingehaald toen ze naar de speeltuin reden. Ik, tegen zoons: ‘Weten jullie wat een gastheer is?’ Zoons schudden hun hoofd. ‘Gastheren zorgen goed voor de mensen die bij hen in huis zijn. Ze zorgen dat vriendjes een leuke tijd hebben. Dat ze genoeg te eten en te drinken krijgen. En dat ze bijvoorbeeld als eerste aan de beurt zijn, of vooraan mogen rijden.’ Zoons luisteren aandachtig. Ik: ‘Dus als er bij jullie iemand komt spelen, zijn júllie de gastheren.’ Oudste Zoon: ‘Dan ga ik vanaf nu altijd bij iemand anders spelen.’ Tweede Zoon, nadenkend: ‘Is de Here God dan ook gastheer?’ Ik: ‘Ehm, ja… dat lijkt mij wel.’ Tweede Zoon: ‘Dan wil ik ook wel de Here God zijn. Als alle mensen dan dood zijn, laat ik ze zeker voorgaan.’
Geef een reactie