Zelden las ik een boek dat zo herkenbaar is. Misschien omdat het handelt over een thema waar vrijwel elk gezin zelf een boek over kan volschrijven: het huishouden. Specifieker: de verdeling van de taken. Want laten we wel wezen: boodschappen doen is natuurlijk een hele klus, maar wie bedenkt het lijstje? En je kinderen naar school brengen is geweldig, maar wie denkt er (bij tijd en wijle) aan het zendingsgeld en legt de gymtassen klaar…
Deze blog is niet bedoeld om Echtgenoot de zwarte piet toe te spelen, of mannen in het algemeen. Na elf jaar (ja, het duurde wel even) hebben we inmiddels een modus gevonden die ons allebei behoorlijk tevreden stemt. Behalve dan als we door de basisschool overladen worden met invulpapieren (Hij: ‘Liggen die dingen er nou nog?’ Ik: ‘Jij bent ze toch net zo goed vergeten!’), als er een (kinder)feestje in aantocht is (‘Koop gewoon een taart bij de supermarkt, dat is voor iedereen gezelliger’ Ik: ‘Huhmm’) of als het heel, heel hoog tijd is om de vuilniszak te vervangen (doen beiden alsof onze neus bloedt).
Daarbij is het boek behoorlijk direct tegen zowel mannen als vrouwen. Zo zegt de relatietherapeut rond bladzijde 70 tegen de man van het stel die net voor z’n werk tien dagen is weggeweest: “Als je voor je werk weg bent, ook als het intensief en niet leuk is, en je komt afgepeigerd thuis, pech. Juist dan moet je superattent zijn (ja, het is wel wat Amerikaans, EvL), want het is ontzettend zwaar om in je eentje voor de kids te zorgen.” En vervolgens tegen de vrouw: “Houd op de martelaar te spelen. Zeg gewoon: ‘He schat, ik heb gekookt, dus jij doet de afwas.’ Als je in die rol van heilig verontwaardigd slachtoffer blijft zitten, kun je het schudden.”
Dat er daarbij wetenschappers, onderzoeken, specialisten en cijfers worden aangehaald helpt ook. Het is niet het zoveelste gezeur over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen (iets wat ik zelf altijd dacht als ik weer eens over de taken in ons eigen huishouden begon), maar het kent oorzaken. Niet in de laatste plaats in de geschiedenis, maar ook op het gebied van sekseverschillen en vooronderstellingen.
“Ik moet gewoon niet naar het aanrecht kijken waar de ochtend zo’n beetje op uitgestald staat”
Ondertussen lees ik ook dat ik heb bijgeleerd. Bijvoorbeeld dat manlief er zijn eigen ritme op nahoud als ik aan het werk ben (en dat het dan niet in de soep loopt). Of dat ik op diezelfde dag tegen de kinderen moet zeggen: ‘Dat moet je aan papa vragen, hij is vandaag de baas’ (de kinderen weten feilloos hoe ze het moeten spelen). En dat ik gewoon niet naar het aanrecht moet kijken waar de ochtend zo’n beetje op uitgestald staat als ik beneden kom eten (gezellig, noemt hij dat).
Eigenlijk wil ik ‘m je gewoon aanraden, dat boek: Liefde in tijden van luiers, zo hou je je relatie leuk tijdens het ouderschap van Jancee Dunn. Omdat het helpt relativeren. Omdat het negatieve patronen helpt doorbreken. Omdat het stress een ruzie scheelt. En omdat ik je vooral een goede, stevige en liefdevolle relatie gun.
Geef een reactie