Oudste Zoon komt uit school, pakt zijn fiets uit het rek en komt naast mij rijden. Hij: ‘Twee keer goed.’ Ik kijk opzij, de wenkbrauwen opgetrokken. ‘Wat is twee keer goed?’ Hij: ‘Ik weet heus wel wat je gaat vragen. Is je toets goed gegaan en hoe was het in de pauze. Nou: twee keer goed.’
Geef een reactie