We lezen aan tafel het Bijbelverhaal over de rijke man tegen wie Jezus zegt: “Verkoop alles wat je hebt, daarna kun je mij volgen.” Ik, tegen Tweede Zoon: ‘Stel dat Jezus aan jou vraagt om je trein weg te geven, wat doe je dan?’ Zoon: ‘Dat doe ik écht niet! Of wel… want eigenlijk moet het wel als de Here God het vraagt.’ Kleuterzoon: ‘Ik luister dan gewoon niet naar God. Hij krijgt echt niet mijn trein. Of (zijn gezicht licht op) wel. Want mijn trein is toch kapot. Maar God krijgt niet mijn karren!’
Geef een reactie