Er zijn mensen in mijn omgeving die na het lezen van de volgende zin hun verbazing – of noem het ongeloof – op de een of andere manier zullen moeten ventileren. Ik heb mij zojuist aangemeld bij een sportschool. Ja? Ja. Echt? Echt.
Eerlijk gezegd was ik best een beetje trots dat ik mijn gebrek aan sportiviteit de laatste tijd ruiterlijk durfde toegeven. ‘Ik loop trap’, zei ik steevast als iemand naar mijn sportieve prestaties vroeg. En gek genoeg wordt er in de vrouwenscène behoorlijk regelmatig naar je sportieve prestaties gevraagd. Er werd dan gelachen, terwijl ik dacht: weer gefaald. Want een beetje vrouw sport toch op z’n minst een paar keer per week, en kan als beloning zonder problemen meedoen aan de nieuwste ‘post jezelf in bikini (of nog minder) op Insta’-rage.
Goed, ik heb dus een hekel aan sporten. Dat heb ik er zojuist bij de inschrijving meteen maar bij vermeld. Zonde van m’n tijd, vind ik het. Tot voor kort voldeden de sprints van trein naar trein in combinatie met ons autoloze bestaan dan ook prima. De kilo’s bleven aardig stabiel, eenmaal in de trein (gehaald!) deed ik gewoon net alsof mijn middenrif niet op het punt stond te ontploffen, alleen die bikini blijft een gevalletje ‘niet denken maar doen’.
Maar nu ik de laatste weken dagenlang achter mijn computer doorbreng, begin ik het te merken. Zere schouders, pijnlijke nek, adrenaline zonder uitlaatklep en moe, moe, moe (terwijl ik prima aan mijn slaapuren kom). Verveling, dacht ik eerst. Beweging, denk ik nu. En dus moet ik voor de leeuwen van mezelf. Meteen, want van uitstel komt in dit geval gegarandeerd afstel.
“Als beloning trakteer ik mezelf vanavond op sportkleding”
Ik heb het namelijk weleens vaker geprobeerd. Een springgroep (echt leuk, maar niet na drie kinderen), ochtendgymnastiek (geen commentaar), zwemmen (de eerste en enige keer was heerlijk) en pas heb ik nog een springtouw aangeschaft, waar ik vooral met de jongens veel plezier aan beleef (‘mam, wil jij draaien?’). Alleen het traplopen beklijft, iets met ‘mijn kinderen leren verder te zoeken dan hun neus lang is’.
‘Als beloning trakteer ik mezelf vanavond op sportkleding’, zei ik zojuist tegen manlief, die zijn verbazing ook al niet wist te onderdrukken. Tenminste, als het in duurzame vorm te krijgen is, want ik heb met een vriendin afgesproken de komende drie maanden geen – of duurzame – kleding te kopen. Ja, ook dat nog. En misschien, heel misschien, post ik dan wel een sportselfie op Insta. Als onontkoombaar bewijs dat ik er nu echt aan moet geloven.
Geef een reactie