Negentig minuten niets

Het is donderdagmiddag en doodstil in huis. Oudste zoons zitten op school, Peuterzoon slaapt en ik staar vanonder de warme dekens door ons brede slaapkamerraam. Op een dunne tak van de grote beuk in onze achtertuin rust een duif uit van zijn vlucht. Iets hoger azen twee kraaien op de broodkorstjes die nog op een bordje in de keuken liggen. In de verte verdwijnt om de 53 seconden een vliegtuig achter de acacia, de robuuste, knokkige boom – eveneens in de tuin – waarover we ons een beetje zorgen maken. Vooral sinds de specht er zijn tijdverdrijf zoekt.

Mijn hoofd is leeg. Aangeleerd gedrag, want het is onmogelijk om op donderdagmiddag negentig minuten niets te doen als het hoofd niet leeg is. Mijn telefoon staat uit. In het smartphoneloze tijdperk van lang geleden ging dat tenslotte ook goed. De stapel was negeer ik. Net als al die andere dingen die in anderhalf uur van de to-do-lijst afgestreept kunnen worden.

Ik moet denken aan de studenten die ik eens in hun studietijd de opdracht geef hun telefoon op tafel te leggen. Hun gezichten staan verrast: ‘Gaan we ‘m dan eindelijk eens gebruiken?’ Helaas. Ik beloof hen goed op hun eigendommen te passen en vraag ze een plek in de school te zoeken waar ze twintig minuten niets doen. Alleen. De verrassing maakt plaats voor vraagtekens. ‘Waarom dan? Heeft u nog geen pauze gehad? En hoe weet ik nu dat er twintig minuten voorbij zijn?’ Als ze terugkomen – ‘dat was eigenlijk best lekker’ – vraag ik ze te gaan schrijven. ‘Wat dan?’ Gewoon iets. ‘Maak het niet uit wat?’ Nee, iets. En dan word ík verrast. Door de woorden. De observaties. De gedachten en emoties op papier.


“De Geest die soms de stilte vult. De stilte die soms stil blijft.” 

Daarom koester ik ook dit eigen moment van niets. De stilte in huis. Het gekwetter van de vogels. De insecten die op warme zomerdagen tussen de bladeren van de bomen zoemen. Het ruisen van de A12. De wolken die voorbij trekken. Het tikken van de kachel die aanslaat. De knoppen van de prunus die op het punt staan open te springen. Een moment van volmaaktheid. Alsof er even geen drukte, geen dreiging, geen moeite, geen ellende bestaat.

Een moment ook van ruimte voor spontane woorden. Nieuwe gedachten. Het juiste perspectief. Vonkjes van creativiteit. Emoties die een weg naar buiten vinden. Spieren die ontspannen. De Geest die soms de stilte vult. De stilte die soms stil blijft.

Ja, het is donderdagmiddag en doodstil in huis. Ik staar naar buiten. Op die dunne tak van de beuk zit nog steeds een duif.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *