Het was deze zomerperiode dat ik het ineens zag. Mijn gezin. Groot geworden. Geen middagslaapjes meer. Geen luiers. Geen campingbedjes. Geen kinderstoelen. Niet meer helpen uit- of aankleden. Niet meer voorlezen uit Nijntje of Bobbi. Geen eindeloze zoektochten meer naar ‘waar die speen nu weer ligt’.
Wel eindeloze discussies: ‘Waarom dan, ik snap het niet?’ Opgeschoven bedtijden. Nieuwe gespreksonderwerpen: ‘Dus je bent verliefd?’ Bemoeienissen met het dagmenu. Veranderende regels. Meer verantwoordelijkheden. En vooral: loslaten, loslaten, loslaten.
Het voelt alsof je van baan verandert. Je weet wat je hebt en kunt, maar niet wat er komt en of je vaardigheden toereikend zijn. Ja, ik kan luiers verwisselen, speelafspraken maken, bedtijden hanteren, zelfstandigheid bevorderen. Maar kan ik ze ook leren goede vrienden te zijn? Verantwoordelijkheid te dragen? Goede keuzes te maken? Hun hart te volgen?
“Gelukkig houd ik wel van een uitdaging, met name als ‘ie beheersbaar is”
Wat ik mis is een duidelijke functieomschrijving, maar vermoed dat het werk- en vooral denkniveau ten opzichte van de baby-, peuter- en kleutertijd wat meer om het hand heeft. Net als de communicatieskills, én de samenwerking – iets met één lijn – met manlief.
Gelukkig houd ik wel van een uitdaging, met name als ‘ie beheersbaar is. Dus mannen, houd alsjeblief een beetje rekening met jullie moeder. Gun haar wat inwerktijd. Doe relaxt. Voorlopig.
Geef een reactie