Als je mij deze dagen door het leven ziet stuiteren, trek je waarschijnlijk je wenkbrauwen op. Ik houd van het leven, maar dan voornamelijk in combinatie met het gevoel van controle. En juist die controle… ehm… mist. Dus is het motto op het moment: hoe krijg ik zo veel mogelijk af in veel te weinig tijd en daarmee weer wat grip op het leven.
Dat die grip nu wat ontbreekt, merken ze thuis ook. Gelukkig vond ik onderin een kast nog wat oranje t-shirts toen ik er vorige week donderdagavond achterkwam dat een dag later de Koningsspelen op het programma stonden. Ik beloof al drie dagen aan Oudste Zoon dat ik een bepaalde kleurplaat zal printen. Manlief strijkt inmiddels – of eigenlijk al heel lang – van ellende zijn eigen blouses. En de mevrouw van de negenjarige-prik-centrale is vast niet blij als ik morgenochtend bel dat Zoon die middag verhinderd is.
Dat we middenin de stille week zitten en ik ondertussen gewoon deadline na deadline afdender, durf ik bijna niet hardop te zeggen. Sterker nog, als Tweede Zoon zijn hart niet had gelucht, dan ontdekte ik waarschijnlijk pas vrijdagochtend wat voor dag het was…
Maar toen zei Zoon ineens: ‘Mam, als ik op school ben dan moet ik vaak huilen in mijn hoofd. Dat komt door het woord kruis. Dan zie ik een plaatje voor me met de Here Jezus zonder kleren, zo (Zoon spreidt zijn armen) met z’n handen en dan spijkers erin en een speer in zijn lijf en heel veel bloed. Dat vind ik zo erg.’
“Door het verdriet van mijn eigen zoon, vang ik ineens een glimp op van het verdriet dat de Mensenzoon moest doorstaan”
Terwijl ik zoek naar woorden om iets te zeggen in de trant van ‘wat vervelend dat je er zo verdrietig van wordt’, raak ik verwonderd. Verwonderd om het feit dat Zoon met zijn zeven jaar zo goed in staat is helemaal in het verhaal op te gaan. De strijd te ervaren. De pijn te voelen. En daarmee de betekenis van Jezus’ dood (én opstandig, maar daar was de juf nog niet) te doorleven.
Door het verdriet van mijn eigen zoon, vang ik ineens een glimp op van het verdriet dat de Mensenzoon moest doorstaan. Vanwege mij en mijn kip-zonder-kop-leven. Vanwege mij en mijn soms zo domme keuzes. Vanwege mij en mijn behoefte aan grip. Vanwege mij.
Ondertussen dender ik gewoon door. Staat er achter de taak ‘blog schrijven’ bijna een vink. En is er – gek genoeg – toch iets van mijn hoofd naar mijn hart gedaald.
Geef een reactie