Verschrikkelijk leuk

Ik zag in mijn ooghoeken dat hij ergens op broedde. Koppie schuin, een oog half dichtgeknepen. Zo sloom als een slak als het gaat om de taak die Jongste Zoon had gekregen, namelijk douchen. Vooral dat viel me waarschijnlijk op. En toen kwam het hoge woord eruit. ‘Mam’, hij zei het voorzichtig, ‘ik weet niet of je dit leuk vindt, maar als ik het zeg moet je niet boos worden.’ Ik humde wat terwijl ik de tandenborstels verder klaarmaakte. ‘Vind je het eigenlijk wel leuk om kinderen te hebben?’

Van schrik, of verbazing, of ik weet niet wat er allemaal in een split second door mijn hoofd ging, liet ik bijna de tandenborstels vallen. Ik draaide me om, keek zoon aan – dit keer zonder in mijn hoofd eigenlijk aan heel andere dingen te denken – en besloot eerst maar antwoord te geven op de concrete vraag. ‘Ik vind het heel leuk om jullie te hebben. Verschrikkelijk leuk.’ Ik vroeg me af of dat de hele waarheid was en voegde eraan toe: ‘Behalve als jullie ruzie maken. Vooral in de ochtend. Ik bedoel: ik kom dan ook net uit bed hè.’ Hij knikte en begon zich uit te kleden.

Ergens had ik de neiging onbedaarlijk in de lach te schieten, maar het had net zo goed een flinke huilbui kunnen zijn. Of ik het nog wel leuk vond om kinderen te hebben … Wat betekende die vraag precies?

Had ik vandaag flink zitten vitten? Ja, waarschijnlijk wel. Was ik onredelijk geweest? Hmm, ik denk het ook. Waarom eigenlijk? Goede vraag. Veel aan mijn hoofd. Bezig met een miljoen dingen, behalve het hier en nu. Aangevuld met het gevoel van haast dat na zeven uur ’s avonds op de een of andere manier in mijn lijf kruipt, of het nu nodig is of niet.


“Nu zou er een conclusie moeten komen. Bij voorkeur eind goed, al goed” 

Zoon draaide ondertussen de kraan open, pakte zijn dino’s en begon een lange monoloog die niets meer met ‘leuk’ en ‘kinderen hebben’ te maken had. Ik klapte de wasmand open (of nou ja, hij stond al open, wagenwijd) en begon aan een klus die met een beetje geluk ook wat orde zou scheppen in mijn hoofd: sorteren.

Nu zou er een conclusie moeten komen. Bij voorkeur een eind goed, al goed. Ik bedoel, het aantal woorden voor een fatsoenlijke blog zit er wel zo’n beetje op. En wie houdt er nu van een open einde? Misschien moet ik weer eens proberen een tandje langzamer te leven. Meer in het – jaja, ik weet het heus wel – hier en nu. Less stress. More happiness. Maar ik ben nu eenmaal wat hardnekkig. Doe in the end toch alles weer tegelijk en door elkaar.

Ik heb die avond maar een extra lang verhaaltje voorgelezen. En terwijl ik echt mijn best deed, zag ik het toch. Achter het boek, tegen de muur, een lonkende mand propvol schone was …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *